Zandsteen uit Gildehaus door De Hel  naar Oldenzaal

Al in de 8e eeuw heeft de rondtrekkende missionaris Plechelmus op het kruispunt van belangrijke wegen van het Rijnland naar Friesland en van Utrecht naar Duitsland, een eerste kerkgebouw gesticht. In 954 stichtte bisschop Balderik van Utrecht een kapittel (bestuurlijk centrum) in Oldenzaal, en vergrootte en vernieuwde de bestaande kerk. In 1140 werd op initiatief van bisschop Harbert begonnen met de bouw van de huidige kerk uit Bentheimer zandsteen. De kerk is daarmee een van de oudste gebouwen in Nederland uit Bentheimer zandsteen.

Bisschop Habert annexeerde de steengroeven van Bentheim en Gildehaus voor dit kostbare project. De kundige bouwmeester, van wie de naam onbekend is, heeft van de combinatie Romaanse kerk en Gotische nieuwbouw een harmonisch geheel weten te maken. De bouw kostte vele jaren, tot waarschijnlijk 1160.  Tachtig jaar later werd dan nog de 60 m hoge toren gebouwd, door de Oldenzalers liefkozend ‘n Ol’n Griez’n  genoemd vanwege de grijze kleur, die ontstaan is door verkleuring van het lichte zandsteen.

Om het zandsteen van de steengroeves in Gildehaus en Bentheim naar Oldenzaal te krijgen (een afstand van 15-20 km) werden door ossen of paarden getrokken wagens gebruikt. Deze weg loopt bij De Lutte door het dal van de Dinkel en het was volgens de overlevering een hels werk om de zwaarbeladen wagens weer omhoog te krijgen uit de diepte. Daarom heet deze plek – de doorwaadbare plaats zowel als het oude weggedeelte – tot op de dag van vandaag ‘De Hel’.

Dit artikel komt van 
© 2016 Bentheim.Info
www.bentheim.info

Tags: Geschiedenis, Bad Bentheim, Oldenzaal, Plechelmus

 
Please wait while you are redirected...or Click Here if you do not want to wait.